Duitsland met een twist: de Sorbgemeenschappen van Oost-Saksen
Als reizigers vanuit Berlijn naar het zuidoosten richting de Tsjechische grens trekken, komt er een moment dat ze vaak verrast zijn om ondubbelzinnige Slavische plaatsnamen te ontdekken.
En je zult nog meer verrast zijn als je de tijd neemt om de kleine dorpjes van de regio te verkennen, terwijl je hoort dat de lokale bevolking helemaal geen Duits spreekt, maar eerder Slavisch.
Een natie zonder burgerschap
De Sorb-bevolking in en rond Oost-Saksen, een stad die door de Duitsers Bautzen en door de Sorben Budysin wordt genoemd, is een van Europa’s meest prominente culturele en taalkundige minderheden, een natie die op zoek is naar bredere erkenning. Het is een van de vele minderheden die zijn opgenomen in de Europese Atlas van Staatloze Volkeren. De Europese Unie is meer dan alleen de som van haar 28 lidstaten, en de atlas (uitgegeven door de gedurfde innovatieve Welshe uitgever Y Lolfa) is een verbluffend panorama van culturen en groepen die nauwelijks zichtbaar zijn in de normale politieke configuratie van Europa. Het boek beslaat van Sorben tot Sami, van Friezen tot Friuli.
Boven- en ondersorbisch
De Sorbische taal en cultuur zijn tegenwoordig beperkt tot een veel kleiner gebied dan in het verleden het geval was. In de buurt van Berlijn vindt u een erfenis van Sorbische plaatsnamen in gemeenschappen waar generaties lang geen woord Sorbisch werd gesproken. In sommige gebieden op slechts een uur rijden van Berlijn, zoals het Spreewald, waar traditioneel de Neder-Sorbische taal werd gesproken, is deze uitgesproken Slavische cultuur teruggebracht tot een soort boutique theater, een karikatuur opgevoerd voor toeristen en het alledaagse. reizigers uit Berlijn.
Om echt een idee te krijgen van het Sorbische leven en waarden, moet je verder naar het zuiden naar Oost-Saksen, waar het lokale dialect Hornjoserbsce (Oppersorbisch) nog steeds algemeen wordt gesproken in de bovenste Spree-vallei en de omliggende dorpen. Daar zie je de rood-wit-blauwe vlag van Sorbia, waarvan de kleuren culturele banden oproepen met andere Slavische naties die dezelfde kleuren voeren (zoals Rusland, Tsjechië en Slovenië).
Sorbische taal en cultuur
Budysine, de stad waar ook Domowina is gevestigd, een competitie die zeer effectief heeft gestreden om de rechten, taal en cultuur van de Sorben te beschermen, heeft een uitstekend nationaal Sorb-museum. Neem vervolgens een bus naar Pancicy-Kukow (getoond als Panschwitz-Kuckau op Duitstalige kaarten), waar het rooms-katholieke klooster van St. Marienstern uitstekend werk heeft geleverd door de Sorbische belangen te bevorderen. Veel Opper-Sorben zijn vrome katholieken, dus als je deze gemeenschap massaal wilt zien, maak dan tijd vrij voor de Heilige Mis in Hornjoserbsce op St. Marienstern, een belangrijke katholieke feestdag. Het Sorbische dorp Chroscicy (Crostwitz in het Duits) ligt op een uur lopen van St. Marienstern.
Tweetaligheid is een manier van leven voor de nog bestaande Sorbische gemeenschap van Oost-Saksen. Natuurlijk vereist de dagelijkse handel vaak contact met Duitstalige mensen. Oppersorbisch is echter nog steeds de werktaal die op scholen en op straat wordt gebruikt. Er is een Sorbische pers en andere media, een tweetalig theater in Budysin en een regionaal gevoel dat dit Duitsland is met een twist. De Sorben mogen dan een van Europa’s staatloze volkeren zijn, ze voelen zich zeker erg thuis op het Saksische platteland. Het is een heerlijk mooie regio in Oost-Duitsland, en de Sorbische hoek maakt het een bezoek waard.